Polaroid Photo

Pictures from In het land van rijst en honing

In het land van rijst en honing

"And he also speaks Orange! … Mandarin, honey!"

Choose a Topic:

Wed
3
Jul '19

ex-Joegoslavië

Reis door Joegoslavië. Alhoewel, het land bestaat niet meer en is al lang uiteen gevallen. Plaatsen als Dubrovnik zijn uitermate hip en de duizenden toeristen stromen dan ook toe. Maar wie kent plaatsen als Prizren in Kosovo of Podgorica in Montenegro? Of wie weet überhaupt uit welke landen het voormalige Joegoslavië bestaat? Europa, maar toch onbekend, tijd om op onderzoek te gaan.
Ik land in Tuzla, Bosnië, waar de tijd lijkt stil te staan. Ik blijk ook de enige toerist op de vlucht te zijn en rij direct door naar Sarajevo. Een toch wel hippe quasi moslimstad die het moderne leven en de eigenheid weet te bewaren. De stichter van de stad, Gazi Huzrev-beg, die moslim was, zijn beste vriend was Christen. Daarom drong hij bij Istanbul aan om ook kerken te financieren in de stad, waardoor er een echte mix is ontstaan. Een echt onverwacht leuke stad. In de stad zie je soms nog gedenkplaten die aanduiden dat iemand een held voor de natie was, terwijl die als terrorist beschouwd wordt aan de andere kant van de grens. De Bosniërs zijn vrij open, van minirokjes tot hoofddoek, maar vermits het voornamelijk een moslimland is komen er ook vele toeristen van de golf en Saoedi Arabië, die dan weer vaak in boerka gekleed zijn.
Verder naar Mostar. De stad dankt haar naam aan de wachters van het Ottomaanse rijk, Mostari, of most, wat in het Russisch dan weer brug betekent. Deze brug werd volledig vernield in de Kroatisch-Bosnische oorlog in 1993 maar is ondertussen door de Turken opnieuw opgebouwd en erkend als UNESCO werelderfgoed. Tegenwoordig is het een sport om van de 24 meter hoge brug af te springen- hopelijk om in het water te landen weliswaar.
Van Mostar rij in door naar het volgende land, Kroatië, naar de havenstad Dubrovnik en na slechts 5 paspoortcontroles kom ik aan.
Dubrovnik is hyper-toeristisch. Grote cruiseschepen van Tui leggen aan in het kleine stadje. Hier persen ze niet alleen de pitten van de citroen uit, maar proberen ze ook nog iets uit het gruis van de pit te halen: wil je de stadsmuur aflopen, kost je dat 30 euro. Het stadje is wel heel mooi en er is ook een leuk eiland vlakbij maar het massatoerisme is hier zo storend dat ik hier toch liever zo snel mogelijk weg ben.
Snel door dus naar het volgende landje, Montenegro. De kust is geweldig mooi, het massatoerisme is voorbij, en ik stop in de baai van Kotor, tussen de groene bergen.
Met de speedboot geraak je op de kleine eilandjes. Het is waarschijnlijk één van de mooiste vakantiebestemmingen in het voormalige Joegoslavië. Veel is in het cyrillisch geschreven, men spreekt vaak een woordje Russisch en de meeste toeristen zijn hier dan ook russisch-talig- het is bijna een mini Rusland. Het land gebruikte vroeger de Duitse mark en sinds de afschaffing van de mark, vond Montenegro, net zoals Kosovo trouwens, het niet de moeite om een eigen munt te lanceren. Sindsdien gebruikt men semi-legaal de euro: alles werkt in euro, alhoewel het land dus officieel geen euro heeft.
Verder naar Budva, een soort van badplaats, voornamelijk ook op Russen gericht.
Dieper het land in, hoog in de bergen en bij de saaie hoofdstad Podgorica, ligt het mooie orthodoxe Ostrog klooster. Er is quasi geen vervoer, de publieke bus zet je af op 12 km van het klooster vandaan, in het midden van een autosnelweg, en dan is het hopen op privé vervoer naar het klooster.
Weer een nieuw land: 6 uur rijden verder kom ik aan in de derde grootste stad van Kosovo, Peje. Het land met zijn prachtige natuur was in 1999 nog in oorlog, was slachtoffer van etnische zuivering door de Serviërs, en is nog maar sinds 2008 onafhankelijk toen de Albanese meerderheid eenzijdig de onafhankelijkheid uitriep, met volledige tegenzin van Servië. Servië beschouwt het land dan nog steeds als afvallige provincie, waardoor ik door mijn binnenkomst via Montenegro volgens Servië dan ook illegaal in Servië ben. De Kosovaarse vlag en Europese vlag is opvallend afwezig en overal zie je Albanese vlaggen. De moslimbevolking wil aansluiting met Albanië en als je met de inwoners praat hebben ze niet veel vertrouwen in hun land: er is veel werkloosheid en als je al werk hebt, is het gemiddelde loon 200 euro, ongeveer de helft van het loon in Montenegro. Sommige bankautomaten kunnen zelf munten geven. Vlakbij Peje is er een mooi Servisch klooster, dat tot op heden ten dage nog zwaar bewaakt wordt door de NATO/KFOR. Checkpoints, roadblocks, legervoertuigen, paspoortcontroles en metaaldetectors, men probeerde immers al het klooster met granaten aan te vallen. Dit is Europa, niet zo ver van Italië of Griekenland… Het land is misschien één, maar het conflict is tot nu nog uitermate voelbaar en zeker niet opgelost.
In de hoofdstad Pristina verblijf ik in het moslim-gedeelte. Navraag over het knappe klooster op 15 km afstand in een andere stad levert op : “We don’t know. It is in a Serbian village”. Ook de “toeristische” kaart die wordt uitgegeven door Kosovo zwijgt in alle talen over het unieke UNESCO klooster.
Daar krijg ik een andere versie van de feiten te horen. De Serviërs waren er eerst, hun kerken werden vernield en ze waren niet vrij. Het klooster is opnieuw omgeven door prikkeldraad en ligt in het midden van een stad waar alleen maar Serviërs wonen. Hier klinkt het: een gefaalde staat, een politiek experiment dat maximum binnen 10 jaar ophoudt tot we terug bij Servië kunnen zodat de prikkeldraad weg kan. Het lijkt wel alsof niemand hier in het verdeelde land gelooft…. De situatie is in elk geval weer niet zo zwart-wit.
Prizren is de tweede grootste stad van Kosovo en wel redelijk gezellig. Het ligt vlak bij Albanië en de Ottomaanse invloed is heel duidelijk, met de vele minaretten maar toch ook wel redelijk wat kerken.
Noord Macedonië dan, een land dat tot februari 2019 nog “Former Yugoslav Republic of Macedonia” heette. Griekenland wilde immers niet dat het land dezelfde naam kreeg als hun provincie Macedonië. De oorlog heeft hier weinig impact gehad, maar tijdens het Kosovaarse conflict vluchtten veel etnische Albanezen naar hier met toch nog een kort conflict tot gevolg. Tot nu toe zie je ook nog wel redelijk wat Albanese vlaggen hangen die aanduiden dat er toch nog iets sluimert…
Skopje is een indrukwekkende stad. Letterlijk op elke hoek vind je wel een beeld, met als absurd hoogtepunt het plein waar een 13 meter hoog beeld staat van Alexander de Grote, opnieuw met tegenzin van Griekenland. Over de vraag of Alexander de Grote gezien moet worden als een Griekse of Macedonische heerser zijn de landen het ook niet eens. In 2006 maakte Griekenland nog bezwaar toen Macedonië besloot het internationale vliegveld in Skopje te vernoemen naar Alexander de Grote.
Het is een lange rit naar buurland Servië en aan de grens zijn er absurde controles: alle valiezen uit de bus halen om er achteraf totaal niet in te kijken.
Nis is de tweede grootste stad in Servië en is bekend voor zijn minder vreedzame geschiedenis. In 1809 hakte de Ottomaanse sultan Mahmut II de Serviërs hier in de pan (niet zonder dat de Serviërs een heel deel Turken opbliezen door een Kruidvat op te blazen). Om de Serviërs af te schrikken van verder opstand pogingen liet de Sultan een toren bouwen met de botten en schedels van de gesneuvelde Serviërs.
In 1941 was er opnieuw een donkere periode toen de Duitsers hier een concentratiekamp openden, dat tot op heden ten dage als een van de enige concentratiekampen nog volledig overeind staat.
De hoofdstad Belgrado is helemaal anders. De hippe feest-stad met zijn vele cocktailbars, het artificieel aangelegde strand en een copie van de Montmartre maakt dat dit een absolute must is voor een citytrip wie met Servië wil beginnen.
De landen zijn heel verschillend en het is moeilijk te begrijpen dat dit ooit één land was….

Sun
14
Aug '16

Wit Rusland

​Het is de eerste keer dat ik vanaf Zaventem vlieg sinds de verscherpte veiligheidsmaatregelen. Buiten staat er inderdaad een tent waar al de baggage door de scanner moet. Langs rechts staat er een langere rij dus ga langs links. En daar is er geen enkele controle, geen enkele scanner of bewaker, waarna ik vrolijk en ongecontroleerd naar binnen loop. Het is- en blijft toch België….

Op naar het laatste communistische land, de laatste dictatuur in Europa. Maar is dat zo, of is dat wat we horen op TV? Ik probeer het te ontdekken.

De munt is hier enorm gedevalueerd en er circuleren verschillende biljetten. Sinds 2 weken geleden is heeft men 4 nullen laten vallen. Als je een muntje in het nieuwe geld uitgeeft krijg je soms een pak van een centimeter aan briefjes terug. Desondanks zijn de mensen wel heel eerlijk: ik vergiste me al enkele keren waardoor ik bijna het 10 dubbele uitgaf, waarna steeds een vriendelijke afwijzing volgde.

Om Wit Rusland binnen te komen moet je wel wat moeite doen. Qua bureaucratie kan het hier wel tellen en dat begint al bij de aanvraag van een visum. In het land zelf zijn er leuke dingen te zien maar is er niets uitgebouwd voor toerisme. Met rondvragen kom je verder dan met opzoekwerk. Als je langer dan 5 dagen het land bent moet je je registreren, in principe op elke plaats waar je verblijft. Vermits ik daar al helemaal geen zin in heb maak ik een afspraak met het hotel dat ik daar zogezegd de hele tijd ben tot ik het land verlaat en zodus kan ik rondlopen als een vrij man 🙂 Het registratie kantoor is uiteraard niet in het centrum- het mag niet te eenvoudig zijn, en na lange tijd mag ik, gelukkig net voor de lunchpauze nog binnen. Nadat ik de 14 verplichte stempels heb gekregen kan ik verder. Nieuw businessmodel: stempelinkt verkopen in Wit Rusland.

Wit Rusland is misschien het kleine broertje van Rusland, maar er is wel een verschil met de Russische steden. Veel- veeel minder druk, rustig, niet uitbundig maar gezellig, en eerder laagbouw, zoals een buitenstad in Rusland bijna, naar even proper. Elke avond (gratis) muziek, veel bewaking en natuurlijk geen enkel pijltje naar de bezienswaardigheden. 

Het lokale bier heet hier “Avond in Brugge”. Ik heb geprobeerd om te vragen waarom het niet avond in Minsk noemt, waarop het antwoord was dat België cooler is dan Minsk. Dat weten we dan ook weeral.

De volgende dag ga ik naar de 2 belangrijkste UNESCO kastelen in Wit Rusland, 120 km van Minsk. In elke reisgids en op internet staat dat het vervoer gigantisch moeilijk is en bovendien er geen connectie is tussen beide kastelen waardoor ik weinig goeds verwachte, maar in de praktijk valt het met de lokale bussen allemaal wel heel goed mee.

Op naar Brest, 380 km verder en vlak tegen de grens van Polen. De stad is bekend voor hun belangrijk oorlogsmonument en dat heeft meteen de bijnaam gekregen als lelijkste monument ter wereld. De trip dus meer dan waard.

In het centrum is er nog een stuk waar er originele olielampen in de lantaarns zitten. Uiteraard is al de rest elektrisch, maar omwille van nostalgie komt men hier nog elke dag om 21.30 de olielampen aansteken, tot groot jolijt van de voornamelijk Russische toeristen die daar gretig foto’s van nemen. Om 05.30 komt men de olielampen terug uitdoven- ik geloof de informatie en controleer alleen de avondversie.

Wit Rusland is bij ons het best gekend voor hun groot natuurpark waar er als enige plaats nog bizons leven. In het grote park kan je ook zwemmen, en alhoewel de vijver pikzwart ziet blijkt dit een natuurlijk verschijnsel te zijn algen die olie afscheiden. Te ver kan je hier niet lopen want het ligt op de grens van Polen en zoals ze hier zeggen: er loopt zoveel security rond dat zelfs de wilde dieren de grens niet oversteken.

Dan naar Grodno. De stad lijkt enorm Europees- alleen weeral tientallen keren properder.

Van Grodno ga ik met een nachttrein naar de volledig andere kant van het land, naar Poletsk en Vytebsk. Vytebsk is waarschijnlijk ook een van de charmantere steden in Wit Rusland. Het is de geboorteplaats van de kunstenaar Mark Chagall en er zijn 2 musea aan hem gewijd.

De grens over, naar Rusland. Het valt op dat je geen entry-stempel krijgt, en er weinig controle is.

Mon
6
Jul '15

Roemenie

Na een heel geslaagd trouwfeest ga ik verder. Ik vertrek al heel vroeg zodat ik een tussenstop kan maken in Oradea. Jammer genoeg is men aan het renoveren ik ga verder naar Timosoara. De stad is bekend omdat hier de eerste protesten tegen Ceaucescu uitbraken. Het begon allemaal met een priester die mensen dichterbij bracht met elkaar en de armen hielp. Dat zinde het regime niet en men wilde hem verbannen. Er brak een groot protest uit en Ceaucescu schakelde het leger in om op de mensen te schieten. De lijken werden in het geheim overgebracht naar Belgrado en werden daar verbrand of begraven. Maar de opstand verspreidde zich en Ceaucescu deed een allerlaatste poging met een propagandastoet, die echter verkeerd uitdraaide. Er is een heel museum aan deze opstand toegeweid. Timosoara is ook de lichtstad van Roemenie, dus het loont om ook eens ‘s nachts rond te wandelen.
De volgende morgen moet ik echter al heel vroeg de trein op, naar Servie. Er is geen rechtstreekse trein en we moeten overstappen in Vrsac. Baggage controleren, een stempel, en ik ben vrij vlot de grens over.
De aankomst in Belgrado is niet meteen spectaculair: een verlaten treinstation met 2 sporen, grijze gebouwen, niet echt een leuke buurt. Blijkbaar is men aan het hoofdstation aan het werken. Ik heb natuurlijk geen geld en er zijn geen bankautomaten of wisselkantoors maar na een wandeling van 20 minuten ben ik in het centrum. En dat is geweldig! Overal wordt gezongen, gedanst, is er live muziek. Belgrado is hip en wil dat laten weten.
Ik ga naar Novi Sad, de tweede grootste stad, waar het bekende Exit festival wordt gehouden (met the Prodigy, Motorhead, Faithless, …). Heel modern. Een ander leuk stadje is Golubac, op 2,5 uur rijden van Belgrado. Er ligt een mooi kasteel, jammer genoeg is er geen verkeer en moet ik nog een uutje te voet. Het kasteel wordt gerenoveerd maar ik geraak aan de praat met de ploegbaas. Zodoende krijg ik toch een rondleiding, we moeten blijkbaar wel oppassen want er zitten gevaarlijke slangen- ik zie er ook 2, waarbij de ploegbaas ook vrolijk “that’s the jumping snake, very lethal, come take a picture” uitroept.
Terug in Belgrado dan. Belgrado is echt een van de beste feest-steden. Er is natuurlijk een kasteel, het Joegoslavie museum (een onderwerp dat ook vaak terugkomt en iets wat men nog niet vergeten is, en alhoewel de mensen zeggen dat de meningen verdeeld zijn, zie je hier bv. nu veel Putin t-shirts en soevenirs met verwijzigen tussen Kosovo en de Krim).
Soit, het echte leven speelt zich af op straat. Van een soort “Montmartre” buurt tot een Meir, men heeft het hier. Belgrado ligt niet aan de zee, dus dachten de Serviers: we graven gewoon een groot artificieel meer. Image is everyhing en soms lijkt het wel of je op een modeshow bent beland. Er is nu een strand en kan je zwemmen of verschillende watersporten doen. Ik waag me aan carabining om aan de andere kant van het meer te geraken 🙂 Onnodig om te vertellen dat dit ‘s alles avonds omgetoverd wordt in een soort van openlucht discotheek: er zijn tientallen bars met live muziek, of als je dat niet goed vindt, kan je starten met house om later op de avond 100 meter verder af te sluiten met een rustiger jazz muziekje.
Hou je niet van stijl, muziek, zwemmen, zon, goedkope cocktails en feesten tot in de vroege uurtjes dan blijf je maar beter ver uit de buurt van Belgrado.

P1000429

P1000546

P1000595

P1000665

P1000852

P1000989

P1010101

P1010141

P1010153

P1010304

Thu
25
Sep '14

In het spoor van Dracula

Toch nog even een kort berichtje uit Roemenië dan. Het is hier in elk geval veel moderner dan gedacht, tot zelfs de buitenwijken zijn redelijk goed. Na het openlucht museum in Boekarest bezoek ik het gigantische parlementsgebouw van de dictator Ceausescu (het tweede grootste gebouw ter wereld na het Pentagon). Hij liet het gebouw bouwen na de aardbeving en het was de bedoeling dat hij vanop het balkon het volk op het gigantische plein zou kunnen toespreken. Zover kwam het echter niet, er brak revolutie uit en de enige die ooit van op dat balkon een grote menigte toesprak was Michael Jackson, die echter jammer genoeg ‘Hello Budapest’ schreeuwde in plaats van Bucharest.
Daarna neem ik de trein naar Constanta waar ik mijn Oekraïens reisgezelschap ontmoet. Een stad aan de zwarte zee met een prachtig casino, vervallen en niet meer in gebruik maar dat geeft het juist een authentiek uitzicht.
Een van de mooiste kastelen van Roemenië (en misschien een van de mooiste die ik ter wereld heb gezien) ligt bij Sinaia: Peles.
Verder naar Brasov. Roemenië zou volgens de reisadviezen een van de gevaarlijkste landen in Europa zijn om te rijden, met het meeste aantal verkeersdoden, putten in de weg en verkeersborden die er enkel ter versiering staan, dus ik twijfelde allereerst om zelf te rijden. In de realiteit is er ondertussen veel veranderd en is Roemenië een echt roadtrip land: de meeste wegen zijn vrij goed (de transfagarasan road werd door top gear als een van de beste wegen ter wereld bestempeld) en de chauffeurs rijden hier misschien wel wat sneller maar zijn niet zo agressief als in België (hier laten ze je bv altijd invoegen wat in België zeker niet het geval is). Rijden in Italië is bv veel erger dan hier! We huren dus enkele dagen een auto om de buurt te verkennen: We komen aan in Transsylvanie en gaan naar Bran, waar je het legendarische kasteel van Dracula, de film die geïnspireerd werd op Vlad Tepes, die bekend was om zijn bloederige folteringen, kan vinden. Zijn slachtoffers werden doorspiesd met een soort van speer door hun achterwerk tot vlak voor hun schouder zodat er geen vitale organen werden geraakt en het minimum 48 uur duurde vooraleer ze volledig doodgebloed waren. Een super gezellige kerel dus, en een goed voorbeeld voor Bram Stoker om er een horror/vampieren film op te baseren.
We slapen in een hotelletje met uitzicht op het griezelige kasteel en krijgen gelukkig geen bijtgraag bezoek 🙂
We passeren in Sibiu, Biertan, Rupea, Sighisoara, Medias, Alba Julia. Oude kastelen, citadellen, versterkte kerken om indringers tegen te houden en paard en kar op de straat. De dorpscentra zijn super gezellig en de Roemenen zijn eigenlijk uitermate vriendelijk. Van onveiligheid of lastige zigeuners zoals bij ons het idee leeft merk ik eigenlijk niets.
We nemen de bus naar Cluj en verblijven daar bij een landgenoot die ik daar ken. Op een of andere manier kunnen we er voor een dag een oude BMW op de kop tikken en zijn dus weer wat mobieler. Elk waarschuwingslampje flikkert vrolijk maar de auto rijdt wel goed. Iets buiten Cluj bevinden zich de indrukwekkende zoutmijnen van Turda. Ze zijn niet meer in werking en het lijkt alsof je in een geheim UFO centrum van de X-Files bent beland. Commercieel wordt het ook wel uitgemolken: meer dan 100 meter onder de grond, met af en toe nog druppelend zout water dat op je hoofd plenst, kan je bowling, biljart spelen of bootje varen. Redelijk surreëel eigenlijk….
Vermits we toch een auto hebben rijden we echt wat meer van de standaard plaatsen af: in de microrayon Huedin wonen de mensen nog redelijk authentiek, met een oude houten watermolen waar men meel mee maalt om brood te bakken. De oude eigenares ziet aan de nummerplaat dat we uit Cluj komen en is erg onder de indruk: toeristen helemaal vanuit Cluj, wel 150 km ver weg! De verbazing was nog net iets groter toen we België en Oekraïne vermeldden, echt grappig 🙂
De nachttrein op, naar Boekarest om daar nog een paar dingen in de buurt te doen. Groeten uit vampierenland!

image

image

image

image

image

image

image

image

image
image

image

image

image

image

image

image

Sun
3
Aug '14

Rondreis in Georgië

We nemen afscheid van het land van de rijdende gasbommen en rijden in één keer door naar bijna de andere kant van Georgië. Zugdidi is de toegangspoort naar Abchazië, de afvallige republiek die zich defacto onafhankelijk verklaarde. Weer een conflictgebied dus. In 2008 keek iedereen naar de olympische spelen, en saakhashvilli, dacht snel orde op zaken te stellen en marcheerde Abchazië binnen. Daarop brak de oorlog uit tussen Rusland en Georgië. We gaan verder naar Svaneti, naar het hoog gelegen en geïsoleerde dorp Mestia. Hier kan je nog meer dan 175 koshkebi’s vinden, stenen verdedigingstorens. Het is zo afgelegen dat het nooit werd ingenomen en tijdens de invasies belangrijke religieuze artifacten hier werden ondergebracht.
Het weer slaagt wat tegen dus we gaan naar de kust, naar de prestigieuze badstad Batumi. Modern, elite, en alles voor de toerist: men heeft hier zelfs plannen om een fontein te bouwen die Chacha, de lokale alcoholische drank van maar liefst 65 graden, zou gaan spuiten. De fontein bestaat nog niet dus ik geraak onbeschadigd terug weg 🙂
Naar Vardzia dan. De stad bestaat uit een grottencomplex van ongeveer 6000 ‘grot-appartementen’ en werd gebouwd als bescherming tegen de Mongolen. Na een aardbeving werden de grotten gedeeltelijk zichtbaar.
We maken een tussenstop in Gori, de geboortestad van Stalin. Er is nu en gigantisch museum gewijd aan hem en je kan ook zijn huis en de kogelvrije treinwagon bekijken waarmee hij reisde.
Vlakbij de grens van Azerbeidzjan ligt het Davit Garetta klooster. Het ligt in het midden van de woestijn, een uur rijden in snikhete  temperaturen. Het is een hele klim en er zitten giftige slangen maar het is wel enorm mooi. De weg kronkelt tussen Georgië en Azerbeidzjan, om alles te kunnen zien moet je meerdere malen (illegaal) de grens over- achter het klooster ligt er kilometers woestijn, waardoor grenscontrole niet echt nodig is. De taxichauffeur vertelt, net zoals vele van zijn oudere collega’s, tijdens de rit met heimwee sovjet verhalen, klaagt over de huidige regering en hoeveel beter het tijdens de sovjet unie was. Nu hebben we onze democratie, onze vrijheid, zegt hij. De vrijheid om niets te hebben, de vrijheid om geen werk te hebben. Hah, democratie.
Betaal niet meer dan 8 lari voor het busje naar Tbilisi, zegt hij. De jeugd is kapitalistisch en probeert de toeristen op te lichten. Maar je hebt het niet van mij. Anders krijg ik ruzie met de andere chauffeurs.
We komen aan bij het busstation en er komt direct iemand af die 15 lari vraagt. 15, vraag ik? Iedereen weet toch dat de prijs naar Tbilisi exact 8 lari is? De buschauffeur vloekt en zegt, je loopt hier precies al een tijdje rond, want je kent de prijzen goed. De taxichauffeur knipoogt en we vertrekken terug, richting Tbilisi.

image

image

image

image

image

image

image

image

image

image

image

image